Ik weet het niet meer
Door: Inge Willebrands (14
oktober 2005)
Waarom dit verhaal? Nou, ik
bekijk de dingen vaak te positief, dus ook mijn ziekte. En ik heb gemerkt dat je
op die positiviteit afgerekend kan worden. Door te positief te zijn over de
hoeveelheid meters die je kan lopen wordt een invalidenparkeerkaart afgewezen en
door de dingen die je nog wel kan te benadrukken worden dingen die je niet kan
niet (voldoende) in acht genomen bij de keuring voor een uitkering. Daarom
schrijf ik nu op een wat minder positieve manier, misschien wel realistisch.
Ik weet het niet meer. Ik zit weer eens
midden in de nacht achter de computer nadat ik nog geen half uur geleden mezelf
weer in slaap probeerde te huilen. Het huilen gaat me goed af, het slapen niet.
Steeds vaker kan ik de slaap niet vatten, of beter gezegd kan de slaap mij niet
vatten. Ik weet inmiddels goed dat ’s ochtends uitslapen ervoor zorgt dat ik ’s
avonds niet in slaap val en dat ook een middagdutje mij weerhoud een goede
nachtrust te krijgen, maar nu wil zelfs een goed nachtritme niet meer helpen. Ik
zet elke dag, ook in het weekend, de wekker zodat ik de kans niet krijg te lang
te slapen. Maar helaas. Steeds vaker denk ik serieus na over slaappillen, maar
ik weet donders goed dat je met pillen heel erg uit moet kijken. Vooral met
slaappillen. Het blijft niet natuurlijk, maar ja, wat is bij mij nog natuurlijk
te noemen.
Ik weet het niet meer. In mijn moeheid
gaan mijn hersenen steeds minder functioneren. Had ik eerst nog geen
spellingcontrole nodig om fouten in teksten te ontdekken, nu kan ik niet meer
zonder. En de makkelijkste woorden komen in steeds grotere getale niet meer in
mijn vocabulaire voor. Had ik eerder in een gesprek problemen met misschien één
of twee woorden, nu zitten de ‘euhs’ in bijna elke zin. Sinterklaas zit er weer
aan te komen en ik heb nog nooit zoveel moeite gehad met het schrijven van een
gedicht. Dat schreef ik ooit in één keer foutloos op klad en had meer tijd nodig
voor de lay-out dan voor het gedicht zelf. Nu had ik, nadat ik klaar was met het
gedicht, geen fut meer om nog aan de lay-out te werken. En het meest
frustrerende is wanneer iemand vraagt of ik me het één of ander kan herinneren,
wat ik dus niet kan of vertellen over iets waar ik bij ben geweest en ik luister
of het de eerste keer is dat ik het hoor. Ik voel me af en toe zo dom.
Ik weet het niet meer. Ik durf bijna niet
meer te gaan winkelen in mijn eentje. Als je met z’n tweeën bent kan er altijd
iemand voor je in een rij wachten, als ik alleen ben koop ik het dan maar liever
niet, omdat ik bang ben halverwege de rij onwel te worden. Eerst kostte het me
een aantal dagen rust voor en nadat we naar de Efteling gingen en op de dag zelf
gewoon veel zitten. Nu kan een week rust er nog niet voor zorgen dat ik een
halve dag volhoud.
Ik weet het niet meer. Dit was de eerste
keer dat we een vakantie hebben ingekort omdat ik een wrak was. We zouden vijf
dagen naar Parijs gaan waarvan dag twee en drie naar Parc Asterix. Dag één had
ik al spijt dat we gegaan waren, dag twee ging het wel goed, dag drie zat ik
weer te huilen en kon niet meer stoppen en dag vier hebben we er maar een punt
achter gezet. Ik snapte niet waarom, maar mijn tranen bleven maar komen. Ik heb
me nog nooit zo waardeloos gevoeld.
Ik weet het niet meer. Mijn moeder wacht
wanhopig op het moment dat de overgang begint, maar in plaats van mijn moeder
lijk ik het wel te krijgen. Heb ik het op het ene moment nog bloedheet, zit ik
op het volgende moment te rillen van de kou. Eerst droeg ik een t-shirt en een
vest omdat ik dat fijn vond zitten, nu heb ik het nodig om die opvliegers de
baas te kunnen blijven.
Ik weet het niet meer. Ik kan nog altijd
lachen en dat doe ik graag, maar wanner komt het moment dat ik meer huil dan
lach en heb ik er dan nog wel zin in?