Fysio- en ergotherapeut, 1e
afspraak
Door: Inge Everaars (22 december 2011)
Een week geleden had ik in Lelystad twee
afspraken, met een fysiotherapeut en een ergotherapeut. Dit keer niet in het MC
Zuiderzee, maar een locatie iets verderop. Klein gebouwtje en geen restaurant,
zoals in het ziekenhuis. Gelukkig had ik hier al een vermoeden van, dus hebben
we onderweg wat gegeten.
Ik had mijn moeder meegenomen. Het is
altijd makkelijk om iemand mee te nemen, want twee onthouden meer dan één.
Bovendien is het een stuk gezelliger dan alleen dat hele stuk rijden. We zijn
gestopt bij een tankstation waar een Hajé restaurant zit. Ze zijn traag, maar
het eten was heerlijk.
Keurig op tijd kwamen we aan bij het
Vermoeidheidscentrum. De eerste afspraak was met de fysiotherapeut. Het begon
met een hoop routinevragen, waarvan ik wel af en toe het idee had dat er een
stuk minder overleg plaatsvond in het centrum, dan ze in eerste instantie
vertellen. Maar goed, braaf antwoord gegeven. En toen kwam een vraag over mijn
‘muur’. Ofwel, ga ik door als ik eigenlijk niet meer kan of stop ik op tijd om
te rusten. Ik vertelde dat ik over het algemeen mijn rust op tijd neem, maar in
sommige gevallen bewust kies om door mijn ‘muur’ heen te gaan. Zoals een dag met
mijn schoonfamilie naar de Efteling (traditie voor de verjaardag van mijn
schoonmoeder) of het spelen met de kinderen van mijn zusje. Daar dacht de
fysiotherapeut blijkbaar anders over want hij zei dat ik gewoon vaker moest
rusten en maar gewoon eerder weg moest bij mijn neefjes als ik voel dat ik moe
wordt. Toen ik zei dat dat gewoon dingen zijn die ik niet wil missen en daar
graag een dag extra voor opoffer, zei hij ‘Daar ben je de afgelopen 8 jaar toch
ook niet beter van geworden, of wel?’. Ik voelde me aangevallen. Maar toen ik
hem zei dat ik volgens zijn theorie dan ook niet naar het Vermoeidheidscentrum
mocht komen, want dat kostte toch ook veel meer energie dan ik heb, had hij geen
antwoord en ging meteen over op een ander onderwerp. Ik wist genoeg, met hem kan
ik niet praten. Ik snap eigenlijk niet wat hij in het vermoeidheidscentrum doet,
laat staan in de gezondheidszorg, met zo’n ‘bedside manner’. Ik hoop maar voor
hem dat hij gewoon een slechte dag had. Verder wist ik aan het einde van de
afspraak nog steeds niet wat die fysiotherapie nou eigenlijk voor mij zou gaan
betekenen en waar ik op moet letten bij het zoeken naar een fysio in mijn
omgeving. Het is maar goed dat ik in januari nog een afspraak heb, want ik ben
hiermee dus niets opgeschoten.
Gelukkig ging het bij de ergotherapeut een
stuk beter. Het was een hele vriendelijke vrouw. Ze legde uit dat een
ergotherapeut helpt bij dagelijkse handelingen. Als iets te veel energie of
moeite kost gaat zij, samen met de patiënt, op zoek naar een manier om de
handeling te vergemakkelijken, al dan niet met hulpmiddelen. Toen ik als
voorbeeld noemde dat ik een krukje heb gekocht voor in de douche, omdat douchen
vaak erg veel energie kost, vertelde ze dat dat precies was wat ze bedoelde, dat
ik het juiste idee had. Ze heeft me ook duidelijk uitgelegd wat de 75%-regel
inhoud. Als mijn ‘muur’ 100% is, moet ik stoppen op 75%. Ik moet dus leren
aanvoelen wanneer ik te moe wordt en vóór die tijd stoppen.
Eigenlijk komt haar verhaal op hetzelfde
neer als dat van de fysiotherapeut, maar dit was toch een stuk duidelijker en
zonder aanvallen. Oplossingen in plaats van verwijten. Toch jammer dat er zo
veel verschil zit in artsen.
Toen we door de regen en in de file (de
eerste om half vier al!) naar huis probeerde te komen vroeg mijn moeder zich af
of een telefonisch consult niet makkelijker was geweest. Als dat een
mogelijkheid was geweest had ik daar ook zeker gebruik van gemaakt. Wat een dag
en wat een rit! De beste omschrijving van die dag was toch wel de opmerking die
mijn moeder maakte: ‘De lunch maakte de rit in ieder geval nog een beetje de
moeite waard.’ Zo denk ik er dus ook over!